Zeeland 1950-1965
Pendelaars - zo werden ze in de jaren vijftig en zestig genoemd. Werkforenzen in de bus, op weg naar de fabriek. Met honderden waren ze en aan de meesten kon je zien dat ze buitenmensen waren. Nog niet zo lang geleden werkten ze in de landbouw, maar daar werd gemechaniseerd. 'De fabriek', dat was het toverwoord van de jaren vijftig. 'Industrialisatie' zeiden de beleidsmakers, ook in Zeeland.
Het waren de jaren waarin de Zeeuwen hun fiets voor een brommer verwisselden en later hun brommer voor een auto. Hun vergrote mobiliteit veranderde niet alleen de werkkring van velen, maar ook de mogelijkheden voor onderwijs en ontspanning. Fietsen of bussen naar school. Later op de brommer naar live muziek: Dragonfly, the Flying Arrows of zelfs Bill Haley.
ZEELAND 1950-1965 is de Zeeuwse tegenhanger van '1950. Welvaart in zwart-wit', het standaardwerk van Kees Schuyt en Ed Taverne over de jaren vijftig en zestig in Nederland. In dit Zeeuwse boek wordt minder ingegaan op de hogere cultuur, veel méér op de sociale en politieke gevolgen van de omschakeling van landbouw naar industrie en toerisme. Wat was de verhouding tussen overheidssturing en spontaan optredende ontwikkelingen?
Tot 1965 werden de veranderingen nog vooral in gang gezet door het uittreden van duizenden Zeeuwen uit de landbouw. Verder wierp het Deltaplan zijn schaduwen vooruit en speelde de planogolie een rol, evenals een handvol voortvarende bestuurders. Ook bestonden er allerlei overgangsvormen tussen puur agrarische arbeid en de moderne industrie. Zeeuws-Vlaanderen had zijn vlasfabrieken en het kooibazenstelsel.
Het waren de jaren waarin de Zeeuwen hun fiets voor een brommer verwisselden en later hun brommer voor een auto. Hun vergrote mobiliteit veranderde niet alleen de werkkring van velen, maar ook de mogelijkheden voor onderwijs en ontspanning. Fietsen of bussen naar school. Later op de brommer naar live muziek: Dragonfly, the Flying Arrows of zelfs Bill Haley.
ZEELAND 1950-1965 is de Zeeuwse tegenhanger van '1950. Welvaart in zwart-wit', het standaardwerk van Kees Schuyt en Ed Taverne over de jaren vijftig en zestig in Nederland. In dit Zeeuwse boek wordt minder ingegaan op de hogere cultuur, veel méér op de sociale en politieke gevolgen van de omschakeling van landbouw naar industrie en toerisme. Wat was de verhouding tussen overheidssturing en spontaan optredende ontwikkelingen?
Tot 1965 werden de veranderingen nog vooral in gang gezet door het uittreden van duizenden Zeeuwen uit de landbouw. Verder wierp het Deltaplan zijn schaduwen vooruit en speelde de planogolie een rol, evenals een handvol voortvarende bestuurders. Ook bestonden er allerlei overgangsvormen tussen puur agrarische arbeid en de moderne industrie. Zeeuws-Vlaanderen had zijn vlasfabrieken en het kooibazenstelsel.
Auteur | | J. Zwemer |
Taal | | Nederlands |
Type | | Onbekende bindwijze |
Categorie | | Mens & Maatschappij |