Voor bisschop Mitrofani is zuster Pelagia onmisbaar als slimme en charmante gezelschapsdame en daarom begeleidt ze hem op een bootreis van Moskou naar Tsaritsyn, het huidige Volgograd. Al snel stelt hun misdaadexpertise hen voor een nieuwe uitdaging: een passagier wordt ’s nachts in zijn hut overvallen en om het leven gebracht. Het slachtoffer is de leider van een groep tot het jodendom bekeerde christenen die op weg zijn naar Jeruzalem. Deze man had niet alleen de reiskas in zijn beheer, hij werd door de groep ook als hun ‘messias’ vereerd. Niemand op de boot kent zijn echte naam en zijn herkomst.
Een hoge ambtenaar van het Russische ministerie van Justitie denkt de geboorteplaats en identiteit van de ‘messias’ algauw gevonden te hebben, maar de nieuwsgierige Pelagia is er niet gerust op. Zij zet op eigen houtje het onderzoek voort, tot de moordenaar het op haar gemunt heeft en zij moet vluchten, helemaal naar Jeruzalem. Als geen ander weet Akoenin een spannend verhaal te brengen tegen een historisch belangrijke achtergrond. Hij slaat een brug tussen de exodus van de joden uit Rusland en de wederkomst van Christus. Een krachttoer die zowel de doorgewinterde spanningslezer als de liefhebber van Russische literatuur genoegen zal doen.