Geboorteverhalen in de Bijbel als teken van verwachting
In dit derde deel van de Kleine Bijbelse Theologie staan geboorteverhalen in de Bijbel centraal.
Karel Deurloo geeft antwoord op de rabbijnse vraag: waartoe zijn hemel en aarde geschapen? Hierop zijn verschillende antwoorden mogelijk, maar springt eruit: hemel en aarde zijn geschapen ter wille van de gave van de Tora op de berg Sina an Isra Wie is Isra Jahweh noemt dit volk zijn zoon, zijn eerstgeborene.
Geboorteverhalen spelen in de Bijbel een belangrijke rol als begin van geschiedenis. Al helemaal in het begin van Genesis is de ‘moederbelofte’ een doorbraak naar onverwachte toekomst. De mens werd weliswaar gestraft voor het eten van de boom der kennis, maar tegelijk wordt zij begenadigd. ‘Zij’, want het gaat hier om de vrouw. Zij zal in pijn kinderen baren. Daarna ontvangt zij de naam Eva (‘Leven’), want ‘zij is de moeder van al wat leeft.’
Ter wille van de menswording zijn dus hemel en aarde geschapen. Daarom heeft de auteur het thema ‘geboorte’ gekozen voor dit derde deel van zijn Kleine Bijbelse Theologie.
Karel Deurloo is emeritus hoogleraar Bijbelse Theologie aan de Universiteit van Amsterdam.