In negen verhalen, knap met elkaar verweven tot een roman, schetst Fuentes het leven aan deze en gene zijde van de grens tussen Mexico en de Verenigde Staten. In beeld komen arme en rijke Mexicanen, die allemaal geld willen verdienen of het in het machtige buurland al aan het verdienen zijn. Velen steken de grens over, per auto, lopend, wadend, of per vliegmachine, vol hoop op de toekomst. Maar Fuentes laat in Amerika ook Mexicanen lijden aan heimwee naar het oude; ze proberen aan de invloed van de moderne tijd te ontsnappen; de 'geur' van Mexico trekt ze aan als een magneet. En op de grens van glas zit een oude, door zijn veramerikaanste kinderen in de steek gelaten Mexicaan in een rolstoel...