Het erudiete en elegante epos van een van de grootste filosofen van onze tijd.
'Wij zijn het begin kwijtgeraakt.' Met deze omineuze woorden begint George Steiners meest radicale boek tot nu toe. Het is een ontdekkingstocht aan de hand van betekenissen die in het westerse denken aan de begrippen 'creatie' en 'inventie' zijn toegekend. Een tocht die langs de hoogtepunten van de menselijke beschaving naar de twintigste eeuw voert, de meest bloedige eeuw uit de geschiedenis, waarin nazisme, fascisme en Stalinisme een vernietigend effect op onze eigen cultuur hebben gehad. Wij leven in de lange schaduwen van die verwoesting.
Met zijn enorme intellectuele reikwijdte geeft Steiner diep inzicht in de drijfveren van de menselijke ziel. In de uiteenzetting van zijn wereldbeeld grijpt hij terug op vrijwel de gehele westerse filosofie en cultuurgeschiedenis: van de Bijbel tot wetenschapsgeschiedenis en de geschiedenis van de wiskunde, van de ontologie van Heidegger tot de poëzie van Paul Celan.
Steiner onderzoekt hoe en waarom in de twintigste eeuw wetenschap en technologie de plaats van kunst en literatuur hebben ingenomen. De creatie is niet langer de drijvende kracht van onze cultuur. Hoewel technologie en wetenschap een verrijking en versterking van onze cultuur kunnen zijn, zijn ze niet in staat diepmenselijke vraagstukken over waarden, geloof en zingeving te beantwoorden. Steiner waarschuwt dat hiermee veel waardevols verloren dreigt te gaan. De vraag wat het betekent om mens te zijn, maakt tenslotte deel uit van ons diepste wezen.