In Over Leven beschrijft psychoanalytica Iki Freud haar leven dat bijna acht decennia beslaat. De eerste drie hoofdstukken zijn een bewerking van haar in 2004 verschenen boek Mijn naam is Freud. Als dochter van een Hongaars-joodse immigrant opent zij met het oorlogsdagboek van haar vader János Freud (ontdekker van het hormoon testosteron), gevolgd door herinneringen aan haar kindertijd. Daarop volgen vier geheel nieuwe hoofdstukken die gewijd zijn aan voor- en tegenspoed bij haar opleiding tot psychoanalyticus en de uitoefening van dat beroep. Naast de analyse van enige dromen uit haar praktijk deelt zij een aantal van haar eigen nachtelijke avonturen met de lezer. Vakanties en reizen bieden Iki de gelegenheid haar onstilbare honger naar het lezen van romans te bevredigen. De mensenkennis die hierin te vinden is, biedt een welkome aanvullling op de vakliteratuur. Ook hierover handelt een hoofdstuk in dit boek. Ziekenhuisopnamen brachten Iki in aanraking met mensen van allerlei slag. Haar ervaring met ingrepen en opnamen, waaronder de confrontatie met afhankelijkheid, komen ter sprake. Tot slot poogt zij zich door het woud van geloof en ongeloof te worstelen. De rode draad in dit op het eerste gezicht nogal diverse geheel is steeds haar poging tot inzicht en zelfanalyse.