Mijn moeder is zo groot in mijn hoofd is een kenmerkende uitspraak van een cliënte van de psychoanalytica H.C. Halberstadt-Freud. Het Oedipuscomplex werd bedacht door een man, Sigmund Freud, en gold voornamelijk de psychologie van het jongetje. Aan het eind van zijn leven stelde Freud vast dat de moeder in het leven van vrouwen een veel grotere rol speelde dan hij aanvankelijk had gedacht. In die lijn hanteert de auteur het Elektracomplex, als een ander model voor de psychologie van de vrouw. Aan de hand van vele geschiedenissen uit haar eigen praktijk laat Halberstadt-Freud zien hoe de 'symbiotische illusie' tussen moeder en dochter door kan werken in alle levensfasen van een vrouw, in de adolescentie, in de middenjaren, en opnieuw een rol kan spelen in de inzinking na de bevalling, de (te vaak verwaarloosde) postnatale depressie. Andere thema's: de geschiedenis van de moederliefde, en de vrouw gezien vanuit een beperkte mannelijke visie, zoals bij fetisjisme.