Deze verhalenbundel gaat over voettochten.
Maar het betreft hier geen 'gewone' wandel- of zwerftochten door de natuur in 'vreemde landen'.
Want hoeveel rijker en voller kan de beleving van een voettocht zijn wanneer deze zich voltrekt via eeuwenoude pelgrimsroutes?
De verhalen in dit boek geven daar een antwoord op.
De auteur 'bezingt' de oogverblindende schoonheid van de natuur, de niet aflatende afwisseling
van landschappen in Frankrijk, Spanje en Portugal,bezoeken aan oude kerken, kapelletjes en
kloosters, alsmede de mystiek en de geschiedenissen die de pelgrimswegen omringen.
En hoezeer wordt de fantasie van de pelgrim geprikkeld wanneer hij zich voortbeweegt over
de overblijfselen van een Romeinse weg dwars door Spanje en hij de restanten van een Amfitheater, mijlpalen en een Romeinse stadsmuur
mag aanschouwen.

Maar behalve opgetogenheid over boeiende ontmoetingen en avonturen, is er ook de eenzaamheid
die meermalen martelende innerlijke worstelingen teweegbrengt.

Het zijn deze contrasten die een voettocht naar Santiago de Compostela tegelijkertijd maken tot een zoektocht naar het binnenste
van de ziel.