Patrouilleren voor de papoea's. (1960-1962)
Nederlands Nieuw-Guinea, het onherbergzame en schaars bevolkte tropische eiland noordelijk van Australie, was na 1950 het restant van wat eens het enorme Nederlandse bezit in Azie was: de Indonesische archipel. Voor Sukarno, de president van de jonge republiek Indonesie, betekende de Nederlandse aanwezigheid op dat eiland een onduldbare zaak. De Indonesische Revolutie moest worden voltooid met inlijven van Westelijk Nieuw-Guinea. Kon het niet goedschiks, dan moest het maar met geweld.
Nederland hield om vele redenen vast aan haar laatste gebiedsdeel in Azië en belastte in hoofdzaak de Koninklijke Marine met de verdediging ervan. Vanaf 1960 begon de spanning tussen Nederland en Indonesië op te lopen. Sukarno wilde een beslissing forceren en opende zowel een diplomatiek als een militair offensief om het eiland van de Papua's bij zijn Republiek te voegen. In 1962 werden boven Nieuw-Guinea 1200 goed bewapende parachutiseten afgeworpen en 340 van overzee aan land gezet. Dit bracht de twee landen op rand van oorlog. Uiteindelijk viel de politieke beslissing om boven het eiland de rood-wit-blauwe vlag te verruilen voor het Indonesische dundoek. Een oorlog was voorkomen. De maritieme defensie van Nederlands Nieuw-Guinea, het regeringsbeleid en zijn consequenties en uiteindelijk de militaire acties worden in dit rijk geïllustreerde boek op vlot leesbare wijze beschreven door drie auteurs, die getuige waren van de aanwezigheid van de Koninklijke Marine in Nieuw-Guinea.
Auteur | | Karen van Holst Pellekaan |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |