Dit boek is een onalledaagse inleiding in de Spaanse literatuur van de twintigste eeuw., In plaats van een zo uitputtend mogelijk overzicht van stromingen, auteurs e.d. na te streven, geeft het boek enerzijds een beknopte samenvatting van de belangrijkste historische en literair-historische feiten terwijl het anderzijds het werk van zeven toonaangevende auteurs grondig bespreekt. Het zijn: Miguel de Unamuno, Ramón del Valle-Inclán, Federico Garcfa Lorca, Camilo José Cela, Miguel Delibes, Juan Goytisolo en Eduardo Mendoza, auteurs van wie ook vertalingen in het Nederlands zijn verschenen. De twee doelstellingen weerspiegelen zich in de opbouw van de hoofdstukken. Uitgangspunt van eik hoofdstuk is een literaire stroming en/of periode. In het eerste deel wordt deze op beknopte wijze gekarakteriseerd en in haar historische context geplaatst. In het tweede deel volgt de bespreking van het werk van een belangrijke auteur uit deze periode c.q. stroming. Deze besprekingen kunnen ook onafhankelijk van elkaar worden gelezen.