Vraagt men een maatschappelijk werker welke methode hij toepast in de hulpverlening dan luidt het antwoord steeds vaker: 'ik pas niet één methode toe, ik varieer mijn werkwijze.' Tegenwoordig wordt dat antwoord eerder geformuleerd met behulp van begrippen als 'ik werk eclectisch' of 'ik werk integratief'. Eclectisch-integratief werken binnen het maatschappelijk werk houdt in dat de hulpverlener - afhankelijk van de problematiek en de cliënt - een telkens andere methodische aanpak samenstelt, waarvan de bestanddelen eventueel uit verschillende methoden kunnen stammen; de hulpverlener streeft daarmee als het ware de methoden voorbij. Dit boek wil een hulpmiddel zijn bij dat eclectisch-integratief werken. Er worden daartoe twee lijnen uitgezet. De auteur beschrijft aan de hand van een basismodel de essentie van methodisch hulpverlenen en laat zien uit welke elementen methodisch werken is opgebouwd. Vervolgens geeft hij vanuit dat basismodel aan hoe hulpverleners op een doordachte manier eclectisch-integratief te werk kunnen gaan. De auteur presenteert geen nieuwe methodiek maar stelt het denken over methodisch werken èn de bruikbaarheid van een eclectisch-integratieve werkwijze centraal. Hij wil op deze manier het systematisch kijken naar, het reflecteren op en het verantwoorden van de eigen werkwijze van de hulpverlener bevorderen. Het boek is bestemd voor studenten maatschappelijk werk in de laatste fase van hun opleiding, voor deelnemers aan vormen van post-initieel onderwijs en voor uitvoerend maatschappelijk werkers.