De veer van de kraanvogel

De veer van de kraanvogel

Dit is een boek met originele sprookjes uit het hoge noorden van Rusland. De volkeren uit die streken wonen op de taiga's en de toendra's, aan de oevers van brede Siberische rivieren en aan de kust van de noordelijke IJszee. Al sinds de oertijd hebben deze mensen daar gewoond en zij hebben hun eigen geschiedenis. De manier van leven en de cultuur van deze volkeren vertonen veel overeenkomsten, naarmate men ze beter leert kennen, zijn er belangrijke verschillen te ontdekken.

De Nazaizen en Niwuchen, van oudsher vissers, die in de omgeving van de Amoer woonden, hadden hutjes van hout of leem. Vroeger waren hondesleden en boten van berkeschors hun enige middelen van vervoer. Tot op de dag van vandaag reizen Nanaizen, Niwuchen, Eskimo's en Tschuktsen nog op dezelfde manier. De Nenzen, Nganassanen en Enezen van Taimyr en Archangel trekken met rendiersleden over de toendra's.

Eeuwenlang leefden de volkeren van het hoge noorden geïsoleerd, ver weg van de rest van het grote Rusland. Hun kinderen gingen niet naar school en ze hadden geen eigen schrift. Maar dat is allemaal lang geleden.

De volkeren van het noorden hebben altijd geprobeerd hun zware leven mooier en prettiger te maken. Zij versierden hun bontkleding en bontlaarzen met stukjes overgebleven bont in fraaie patronen aangebracht en maakten zich mooi met kleurige stoffen, stukjes metaal en kralen. Hun harpoenen, speren en heften waren prachtig bewerkt.

In hun vrije tijd zongen en dansten de mensen van het noorden graag. In hun dansen werd meestal het werk van de jagers en de vissers uitgebeeld. De Tschuktsen en de Eskimo's hielden dikwijls sportieve krachtmetingen. Bij de Mansen en de Chanten werd een geslaagde berenjacht altijd gevolgd door een uitgebreid ritueel. Bij de Ewenken en Ewenen was het zo, dat de jagers zich in het voorjaar, als ze de knoestige geweien van het Siberische edelhert buitgemaakt hadden, aan de rand van een Taigastroompje verzamelden en hun nationale dans, de „Odera”, uitvoerden.

Alle volkeren van het noorden hebben begaafde zangers en sprookjesvertellers. Vroeger waren zij analphabeten en hadden zij geen geschreven literatuur. Vandaar dat bij hen de folklore en vooral de sprookjes, die
van generatie op generatie overgebracht werden, zo’n grote rol speelden. In deze traditionele folklore wordt het denken aan en het hopen op een gelukkig leven weerspiegeld. Ieder volk van de taiga en de toendra heeft zijn nationale liederen, sagen en vooral sprookjes. Er zijn sprookjes over dieren, waarin de vos, de beer of de wolf hoofdpersoon is. In de sprookjes van de Tschuktsen, Korjaken, Eskimo's en Itelmenen speelt de raaf een belangrijke rol. Er zijn sprookjes en legenden over de reuzen van de oertijd. Deze reuzen streden op de aarde en in de „bovenwereld”. Onderweg belandden de sprookjeshelden soms op de zon of de maan. Er zijn legenden over reuzen en tovenarijsprookjes van het noorden, die overeenkomsten vertonen met de motieven van sommige Russische sprookjes, maar voor het merendeel hebben zij een geheel eigen karakter.

Veel van deze sprookjes uit het hoge noorden zijn kort. Maar er zijn ook zeer lange verhalen bij en het vertellen daarvan vergde vaak meer dan een avond. In de sprookjes worden alle voorstellingen en gedachten van de mensen van die tijd zichtbaar — het geloof aan de magische krachten van de Schamanen, tovenaars, die destijds zo ongeveer de functie van priester vervulden, aan goede en boze geesten, aan het bestaan van drie werelden: de „bovenwereld”, de „middenwereld” en de „onderwereld”. In de fantasie van de folklorescheppers van toen zijn veel bijzonderheden terug te voeren tot hun verbondenheid met de natuur door hun beroep — de jacht en de visserij. De helden uit de sprookjes en sagen kunnen zich zonder moeite veranderen, meestal in een vogel of een ander dier, maar ook in voorwerpen. In dit boek staan verschillende van zulke verhalen, zoals bijvoorbeeld: „De veer van de kraanvogel”, „Van de reus Wistsch-Otyr”, „De houten bruiden” en „De raaf Kuikynnjaku.” Vandaag de dag bestaan er in het noorden geen Schamanen meer en het geloof in geesten en wonderen is er niet meer zo sterk. Maar de oude sprookjes, door de eeuwen heen bedacht door de oude volkeren, worden nog steeds in ere gehouden. Het was erg moeilijk de sprookjes van het hoge noorden over te brengen in het Russisch, omdat de volkeren van die streken andere taalstructuren hebben, maar de schrijvers N. Gese en S. Sadunaiskaja uit Leningrad zijn erin geslaagd een goede keuze te maken uit de prachtige sprookjes en legenden en deze na te vertellen op een manier, die zoveel mogelijk de originele verteltrant intact heeft gelaten. Het was een hele opgave deze speciale, vaak buitenissige sfeer weer ge geven in het Nederlands, maar al lezende zal men in de ban komen van de vertellingen, waarin spanning, angst, verdriet, wanhoop, vreugde, humor, wensdromen en onbegrensde fantasie om de voorrang strijden, niet in het minst dankzij de trefzekere, gevoelige vertaling en bewerking van deze Russische verhalen door de schrijfster Leni Hof-Hoogland.

Auteur | N. Gesse
Taal | Nederlands
Type | Hardcover
Categorie | Young Adult

Kijk verder

Boekomslag voor ISBN: 9789023258872
Boekomslag voor ISBN: 9789060058381
Boekomslag voor ISBN: 9789055794119
Boekomslag voor ISBN: 9789026318092
Boekomslag voor ISBN: 9789491737831
Boekomslag voor ISBN: 9789029006187


Boekn ©