Dries van Agt, gewezen minister-president en commissaris van de koningin in Brabant, is behalve een beroemd politicus ook een groot reiziger, met een 'rusteloze en weetgierige' geest. In Kraanvogels vertelt hij over zijn buitenlandse avonturen, die hem naar alle windstreken brachten. Zoals naar Japan, waar hij twee maal gewoond heeft. Of naar Uganda, waar hij een verre neef bezocht die missionaris was. Indonesië bereidde hem 'de meest fantastische ontvangst' die hij ooit beleefde. Hij reisde naar China, en in 1998 bezocht hij Tanzania, 'het laatste paradijs'.

Met kennis van zaken en aanstekelijk enthousiasme schrijft Dries van Agt over grote en kleine ervaringen. Hij beschrijft de fiere dieren van de Afrikaanse savannen, maar ook de teloorgang van het aldaar wonende Masai-volk. Met evenveel gemak vertelt hij over de indrukwekkende begrafenis van de Japanse keizer als over een week retraite in een Zen-klooster, de janboel in een Russisch hotel en veranderingen in de landbouw van Mongolië. Kraanvogels is een boeiend verslag van een groot natuurliefhebber, een onvermoeibare trekker en bovenal een scherpzinnig observator.