Stichting lezen reeks 13 - Zwakke lezers, sterke teksten?
Voor veel vmbo-leerlingen is goed kunnen lezen vaak geen vanzelfsprekendheid. Toch kan juist een goed begrip van studieteksten cruciaal zijn. Leerlingen moeten immers de informatie uit een studietekst reproduceren op toetsen en examens. Daarom is het van belang dat deze studieteksten zo geformuleerd zijn dat vmboleerlingen de teksten goed en gemakkelijk kunnen begrijpen en onthouden.
Stel, vmbo-leerlingen moeten voor een proefwerk van geschiedenis een tekst leren. Kunnen ze deze toets beter maken na het lezen van teksten zoals fragment 1 of leiden teksten zoals fragment 2 tot het beste resultaat?
fragment 1
Steden worden belangrijker
In het begin waren heren nog de baas in de steden.
Stedelingen moesten allerlei werk doen.
Kooplieden en ambachtslieden vonden dat lastig.
Ze vroegen aan hun heer stadsrechten.
Een stad met stadsrechten mocht zichzelf besturen.
fragment 2
Slavernij in Amerika
In de 19e eeuw waren er veel plantages in de zuidelijke staten van Amerika, maar er waren te weinig arbeiders. Daarom lieten de Amerikanen slaven uit Afrika voor hen werken.
Beide teksten komen voor in studieteksten voor het vmbo, ze verschillen echter sterk in het gebruik van structuurkenmerken. Zo bestaat fragment 1 uit alleen hoofdzinnen en zijn structuursignalen zoals connectieven zoveel mogelijk vermeden. In fragment 2 expliciteren connectieven de tekststructuur juist wel en vormen de zinnen een geïntegreerd geheel. In dit boek gaan we na of deze structuurkenmerken, maar ook bepaalde stijlkenmerken, effect hebben op het tekstbegrip en de tekstwaardering van vmbo-leerlingen.
Daarnaast gaan we na hoe vmbo-leerlingen lezen in het algemeen waarderen, hoe ze studieteksten beoordelen, en of leerlingen die lezen leuk vinden studieteksten beter begrijpen dan leerlingen die lezen niet waarderen.
Met de studies in dit boek willen we een bijdrage leveren aan het leerresultaat van vmbo-leerlingen door richtlijnen voor de studieboekteksten voor het vmbo te formuleren op basis van experimenteel leesonderzoek.
Stel, vmbo-leerlingen moeten voor een proefwerk van geschiedenis een tekst leren. Kunnen ze deze toets beter maken na het lezen van teksten zoals fragment 1 of leiden teksten zoals fragment 2 tot het beste resultaat?
fragment 1
Steden worden belangrijker
In het begin waren heren nog de baas in de steden.
Stedelingen moesten allerlei werk doen.
Kooplieden en ambachtslieden vonden dat lastig.
Ze vroegen aan hun heer stadsrechten.
Een stad met stadsrechten mocht zichzelf besturen.
fragment 2
Slavernij in Amerika
In de 19e eeuw waren er veel plantages in de zuidelijke staten van Amerika, maar er waren te weinig arbeiders. Daarom lieten de Amerikanen slaven uit Afrika voor hen werken.
Beide teksten komen voor in studieteksten voor het vmbo, ze verschillen echter sterk in het gebruik van structuurkenmerken. Zo bestaat fragment 1 uit alleen hoofdzinnen en zijn structuursignalen zoals connectieven zoveel mogelijk vermeden. In fragment 2 expliciteren connectieven de tekststructuur juist wel en vormen de zinnen een geïntegreerd geheel. In dit boek gaan we na of deze structuurkenmerken, maar ook bepaalde stijlkenmerken, effect hebben op het tekstbegrip en de tekstwaardering van vmbo-leerlingen.
Daarnaast gaan we na hoe vmbo-leerlingen lezen in het algemeen waarderen, hoe ze studieteksten beoordelen, en of leerlingen die lezen leuk vinden studieteksten beter begrijpen dan leerlingen die lezen niet waarderen.
Met de studies in dit boek willen we een bijdrage leveren aan het leerresultaat van vmbo-leerlingen door richtlijnen voor de studieboekteksten voor het vmbo te formuleren op basis van experimenteel leesonderzoek.
Auteur | | Jentine Land |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Onderwijs & Didactiek |