Lied van het vermoorde joodse volk
Vertwijfeld woedend en ontroostbaar was Jitzchak Katznelson (1886-1944) toen hij 'Dos lid foenem oisgehargetn jidisju folk' schreef. Kort na de voltooiing van deze hartverscheurende klaagzang over de shoah en vlak voor zijn deportatie naar Auschwitz-Birkenau begroef hij het manuscript onder een boom, waar een vriendin het terugvond. Katznelson was een geliefd leraar in het Poolse Lods en een gewaardeerd schrijver van romantsich getinte gedichten, vehalen en toneelstukken in het Hebreeuws, dat sinds het einde van de vorige eeuw zijn renaissance beleefde. Na de Duitse overval op Polen in september 1939 vluchtte hij met vrouw en kinderen naar Warschau. Daar beleefde hij de ondergang van het Europees jodendom. In het getto van Warschau vocht hij mee tijdens de korte opstand van januari 1943 en hij maakte er het begin mee van het finale gevecht in april en mei 1943. Vrienden zorgden er voor dat hij de hel van Warschau kon ontvluchten. Met behulp van een Latijns-Amerikaans paspoort belandde
Auteur | | Yitzhak Katzenelson |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Poëzie, Bloemlezingen & Letterkunde |