In Bewegingsonderwijs op maat wordt een eigentijdse visie op bewegingsonderwijs voor de eerste drie jaar van het voortgezet onderwijs gegeven, waarin centraal staat dat de leerlingen een brede voorbereiding krijgen op deelname aan sport en bewegen. Dat betekent onder andere dat ze niet alleen leren volleyballen, hoogspringen en zwemmen, maar ook leren organiseren (toernooien), samenwerken, basiskennis vergaren (bijvoorbeeld over gezondheid), leren nadenken over sport en zelf bewegingssituaties leren inrichten. Ook wordt geleerd hoe ze hun omgeving (de straat, het meer, het bos, de discotheek, het ijs) op een verantwoorde manier kunnen gebruiken om te bewegen.

Bij dit alles wordt terdege rekening gehouden met de ervarings- en belevingswereld van de leerlingen. Voorts krijgen ze de gelegenheid om mee te denken over en te werken aan de invulling van het onderwijs. Bij het uitwerken van deze visie is er naar gestreefd om de leerlingen zoveel mogelijk kansen te geven voor persoonlijke ontplooiing. Hierbij wordt serieus rekening gehouden met belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen, met name op het gebied van de vrije tijd en de sport. In deze publikatie wordt bewegingsonderwijs als een gewoon onderwijsleervak gepresenteerd. Als onderwijskundig kader fungeren de uitgangspunten voor de basisvorming, zoals door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid geformuleerd.

Naast de theorie is in het boek ook een plaats ingeruimd voor de onderwijspraktijk. Aan de hand van voorbeelden uit de praktijk wordt getoond hoe deze ideeën in de school gerealiseerd kunnen worden.

Bewegingsonderwijs op maat is de visienota voor het SLO-project Bewegingsonderwijs 12-16. Op basis van deze visienota zullen verschilende praktijkpublikaties verschijnen.

Trefwoorden: bewegingsonderwijs; gymnastiek