Honderdvijftig jaar geleden waren merels en zanglijsters nog schuwe bosvogels die men nooit in tuinen of parken te zien kreeg. Omdat deze vogels ‘leerden’ dat de nabijheid van mensen de voortplanting meer kansen op succes bood, vindt men ze nu terug als broedvogel in bijna alle tuinen en parken.
De merel, de zanglijster en de grote lijster staan bekend als vogels die hun eigen territorium verdedigen. Dat vooral merels hierbij geen doetjes zijn, komt in dit boek duidelijk tot uiting. Ook hun capaciteiten als playboy zijn niet te onderschatten.
De hele lijsterfamilie komt aan bod: van de kramsvogel, die als enige soort echt in groep leeft en recent ook in onze streken een broedvogel werd, tot de minder bekende grote lijster en de koperwiek. Deze koperwiek, het kleinste familielid, toont zich als wintergast een echte Europareiziger.
Ook dit deel in de reeks ‘Vogels rondom ons’ illustreert natuurtekenaar Herwig Blockx op onovertroffen wijze met tal van pentekeningen en aquarellen.