1967 is een beslissend jaar. De Sovjet-Unie viert met veel hoempa de vijftigste verjaardag van de Oktoberrevolutie, Juri Gagarin doet de groeten vanuit het heelal, en ergens in Moskou aanschouwt een jongen het levenslicht die alles in het werk zal stellen om de roemrijke republiek op zijn grondvesten te doen schudden. Van kindsbeen af staat Wladimir op voet van oorlog met zijn land. Op school al bedenkt hij de vreselijkste nieuwsberichten, en later zorgt hij bij het toneel voor hoogst eigenzinnige opvoeringen. Maar er komt een moment dat het voor elke jonge Rus gedaan is met de lol. Ook voor Wladimir, die een grote sympathie koestert voor langharig werkschuw tuig met een elektrische gitaar, is er geen ontkomen aan: hij wordt opgeroepen voor het heldhaftige Sovjetleger en ingedeeld bij de luchtafweer.

Maar hij heeft geluk en hij wordt in zijn eenheid 'plaatsvervangend amusementsorganisator'. Hij draait dus soldatenrock, zet de compagnie aan het dansen en brengt de socialistische moraal aan de rand van de afgrond.