Paul Tegenpaul
Paul de Wispelaere (1928) heeft het autobiografische en essayistische schrijven in ons taalgebied vernieuwd en met elkaar verbonden, in de traditie van Roland Barthes. Telkens staan de expressie en de schriftuur, de vormkracht dus, centraal. En in beide gevallen fictionaliseert de schrijver het leven of het boek waaraan hij refereert. De genrevermenging die daaruit ontstaat is de literaire vertaling van zijn ambivalentie, die een levensprogramma wordt en die hij cultiveert als het waarmerk van zijn persoonlijke vrijheid.
Dat wordt voor het eerst echt duidelijk in zijn essayroman Paul-Tegenpaul 1969-1970, een verslag van twee jaar leven, lezen en schrijven. Kiezen tussen het volle leven en de roes van de literatuur kan en wil hij niet. De tuin van de natuur, de tuin van de taal: de twee territoria vallen samen in de mythische beleving van de auteur, die daarmee tekeergaat tegen de rampzalige geschiedenis van de mens. Paul tegen Paul.
Dat wordt voor het eerst echt duidelijk in zijn essayroman Paul-Tegenpaul 1969-1970, een verslag van twee jaar leven, lezen en schrijven. Kiezen tussen het volle leven en de roes van de literatuur kan en wil hij niet. De tuin van de natuur, de tuin van de taal: de twee territoria vallen samen in de mythische beleving van de auteur, die daarmee tekeergaat tegen de rampzalige geschiedenis van de mens. Paul tegen Paul.
Auteur | | Paul de Wispelaere |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Literatuur & Romans |