In de tweede helft van de achttiende eeuw ging de Duitse filosofie de Europese overheersen. Hierdoor veranderde de manier waarop niet alleen Europeanen, maar mensen overal in de westerse wereld dachten over zichzelf, de natuur, de geschiedenis van de mensheid, religie, politiek en de structuur van de menselijke geest. In dit rijke en breed opgezette boek verweeft Terry Pinkard het verhaal van 'Duitsland' - dat in die tijd veranderde van een losse verzameling vorstendommen in een opkomende natie met een karakteristieke cultuur - met een analyse van de tendensen en complexiteit van het filosofi-sche denken dat zich daar ontwikkelde. Hij onderzoekt de dominante invloed van Kant, met zijn revolutionaire nadruk op 'zelfbeschikking', en volgt die invloed via de ontwikkeling van de Romantiek en het idealisme naar de kritiek van postkantiaanse denkers zoals Schopenhauer en Kierkegaard. Dit boek zal bij veel lezers interesse wekken voor de geschiedenis van de fi losofi e, de culturele geschiedenis en de geschiedenis van ideeën. 'Pinkard schrijft een aangrijpend relaas van een onzeker, hectisch leven, afgewisseld door heldere, bondige uiteenzettingen van de belangrijkste argumenten in het oeuvre van Hegel.' - The Washington Times 'Pinkard neemt de lezer [.] mee op een reis door de belangrijkste honderd jaar in de geschiedenis van de filosofie sinds de Renaissance.[.] In zijn handen worden namen tot mannen van vlees en bloed en tot ideeën die ons nog veel kunnen leren over hoe we moeten leven.' - Publishers Weekly