Talentrijker en kansarmer dan G.J.P.J. Bolland (1854-1922) is een kind zelden ter wereld gekomen. Geboren in de troostelooste aller krotten, uit ouders die als marskramers het schamele brood verdienden, werd hij op jeugdige leeftijd half wees, waarna zijn moeder als prostituée aan de kost kwam. Na nauwelijks enige scholing ging hij het leger in en werd er weer uitgedonderd: wegens een ernstige vorm van insubordinatie verdween hij voor een periode van drie jaar de gevangenis in. Vervolgens beleefde hij het wonder van de weldoeners, zwoegde zich van de ene onderwijsakte naar de andere en werd leraar Engels te Batavia.

Bolland vormde zich uiteindelijk zelf tot filosoof en werd hoogleraar te Leiden. Hij is de man van de beroemde antisemitische rede van 28 september: 'De teekenen des tijds', Bolland gaf de wijsbegeerte een levendigheid die bijna haar dood werd. Het leven van Bolland is een schelmenroman. In Otterspeer vond hij zijn Sancho Panza om het te vertellen.