Georg Zimmer raakt bij toeval verzeild inde klauwen vaneen wereldberoemde componist, die 'een soort Brahms of Beethoven' is. Hij volgt hem naar Schotland, New York en Sicilië waar hij, ingehuurd door de klankkunstenaar om diens memoires te helpen bijvijlen, van de ene onrustbarende ervaring in de andere valt. onrustbarend is de werkelijk ademloze productiviteit van de beroemde kunstenaar. Georg, die slechts kortstondig fluit- en pianoles heeft genoten en net schuchter is begonnen zijn eerste gedichten te schrijven, zou hem graag bij benadering imiteren. onrustbarend is ook de bijna broederlijke band tussen de promovendus en de componist, die bij naderinzien een wankel fundament blijkt te hebben. Geleidelijk openbaart zich het verhaal van een jonge man die inde kunst het licht der wereld wil zien en daardoor, verblind en verward, in onherbergzame duisternis verzeild raakt, zelfs alle grond onder de voeten dreigt te verliezen. Georg Zimmer moet aan het einde van een andante furioso erkennen dat meesters die uit de hemel komen vallen ten zeerste gewantrouwd dienen te worden.