'In China is een vrouw niets. Na haar gehoor te moet z e haar vader gehoorzamen. Als ze getrouwd is, moet ze haar echtgenoot gehoorzamen. En als ze weduwe is, moet ze haar zoon gehoorzamen.' Zo begint het relaas van Chang Ytiyi, de oudtante van Pang-Mei Chang.

Chang Ytiyi wordt geboren in 1900 in Jiading, een klein dorpje vlak bij Shanghai. Ze groeit op in een cultuur waarin alleen mannen tellen en waarin absolute gehoorzaamheid aan Chinese tradities wordt geëist.

Maar westerse invloeden dringen langzaam het eens zo gesloten China binnen. Ytiyi wordt uitgehuwelijkt aan de dichter Hsu Chimo, die haar saai en onaantrekkelijk vindt. Hij wil de eerste man in China zijn die van zijn vrouw gaat scheiden.

Yuyi is een vechter. Ze probeert zich los te maken van de knellende banden van haar familie en schoonfamilie. Vastbesloten een 'moderne' vrouw te worden, reist Yuyi naar Europa...