De reis van de schrijfster door Sumatra is een reis met een lange omweg naar het dorpje Lahat in het binnenland van Zuid-Sumatra. Ze wil de plaats terugzien die het decor vormt van haar roman ''De Atlasvlinder''. Terug naar de atlasvlinder dus. De komst van die vlinder in een huis voorspelde een grote verandering en was daardoor een haast magische gebeurtenis. Maar ze gaat niet rechtstreeks terug. Op haar omweg trekt ze door de Bataklanden, gaat naar de Mentawai-eilanden en reist door de Minangkabau. Na maanden gaat ze naar Palembang en van daar trekt door de jungle naar Lahat. Dat blijkt een overweldigende ervaring, fijn en tegelijk ontgoochelend. Meestal trekt ze in haar eentje rond in gebieden waar ze wekenlang geen westerling ziet. Ze slaapt in kampungs, eet in warongs langs de kant van de weg. Ze komt niet alleen atlasvlinders tegen maar ook nieuwe mensen, oude huizen, herinneringen en vooral haarzelf.