Dicey Tillerman is 21. Ze heeft haar studie afgebroken om een oude droom te verwezenlijken: ze gaat zelf boten bouwen. Dicey heeft met veel liefde oud, tweedehands gereedschap schoongemaakt en gebruiksklaar gemaakt. Ze heeft een schuur aan het water gehuurd, waar ze boten kan stallen en repareren, want ze moet toch een basisinkomen hebben. En dan komt de grote dag: Dicey krijgt de opdracht een boot te bouwen en zet alles op alles. Eindelijk komt Dicey die zo lang over haar broertjes en zusjes heeft gemoederd, zo lang gedaan heeft wat ze dacht dat ze moest doen, toe aan haar eigen wensdroom. Dat doet ze op haar manier: alleen. Maar grootmoeder Ab, die oud wordt, en de lieve Maybeth, James, Sammy, tellen die niet meer in haar leven? En Jeff, haar vriend? Dicey zet met al haar wilskracht even alles opzij en concentreert zich op wat zij vindt dat ze moet doen. Zonder het te beseffen komt ze in verlegenheid door haar eigen verleden.