Sammy Tillerman is 12, zijn broer James 15. Ze wonen nu al 5 jaar bij hun grootmoeder in Crisfield op de boerderij. Dicey, de oudste, is weg, naar de universiteit, maar Sammy, James, en hun zusje Maybeth vormen samen met hun grootmoeder een hecht gezin. Maybeth heeft het warme thuis gevonden waaraan ze zo'n behoefte had. En ook Sammy heeft zo langzamerhand het gevoel een plekje op aarde veroverd te hebben: hij maakt zich weinig zorgen over zichzelf en over de toekomst. James, de intellectueel uit het gezin die het liefst met zijn neus in de boeken zit, is de enige die het moeilijk heeft met zichzelf. In tegenstelling tot de sportieve Sammy en de stralende Maybeth is hij echt alleen. Een eenzame, slome piekeraar, dat vindt James van zichzelf.