In het arrest Francovich heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen aangenomen dat lidstaten onder omstandigheden aansprakelijk zijn voor schendingen van het Europese gemeenschapsrecht. In latere uitspraken is dit systeem van lidstaataansprakelijkheid verder uitgebouwd. Zo is met het arrest Köbler duidelijk geworden dat ook fouten van nationale rechters aansprakelijkheid van de Staat kunnen opleveren. In dit boek wordt onderzocht wat de betekenis is van de lidstaataansprakelijkheid voor het Nederlandse stelsel van overheidsaansprakelijkheid. Het is de vraag in hoeverre het mogelijk is het reguliere aansprakelijkheidssysteem in te zetten bij schendingen van EG-recht. Daarnaast wordt onderzocht hoe het nationale recht als systeem invloed ondervindt van de Europese staatsaansprakelijkheid.
Bij de beantwoording van de bovenstaande vragen komt onder meer aan bod:
- Hoe de Nederlandse en Europese aansprakelijkheidsvoorwaarden zich juridisch-dogmatisch tot elkaar verhouden.
- Of de Nederlandse en Europese aansprakelijkheidsystemen tot verschillende resultaten leiden op de gebieden onrechtmatige wetgeving, onrechtmatige besluiten en onrechtmatige rechtspraak.
- Hoe het gemeenschapsrecht omgaat met het Nederlandse beginsel van formele rechtskracht.
- Of het Europese recht dwingt tot een gebodsactie tot het uitvaardigen van wetgeving.
- In hoeverre een forfaitaire proceskostenvergoeding is toegestaan.