De Muur - De muur 41
Er zijn vele redenen om de Tour de France lief te hebben. Frank Heinen denkt in deze Muur aan duizend-en-één, en misschien nog wel meer. Maar er zijn even zovele argumenten denkbaar om de Tour te haten als de buidelpest. De Tour geeft en de Tour neemt. De Tour de France geeft opwinding en extase, de Tour neemt zegen en zeges terug alsof het valse jokers zijn in een kaartspel. De Tour verleidt en de Tour ontluistert.
Met de Tour kun je stoppen, maar ermee ophouden nooit. Want: de Tour is de Tour. Nadere aanduiding overbodig. Bijna alles wat in de eerste drie juliweken gebeurt, valt erbij in het niet. De Tour blaast zijn eigen gebeurtenissen op tot megalomane proporties, brengt een uiterste vorm van aandacht, vreugde en feestelijkheid. De Tour de France is een zinderende sensatie voor alle zintuigen. De Tour de France is veel meer dan het grootste wielerevenement op aarde, de Tour is het circus dat voorbij trekt aan miljoenen in honderden steden en dorpen, elk jaar weer.
‘Het is het zomerfeest van ons allen, het feest van een heel land,’ schreef Louis Aragon in 1947. ‘In het woelen van de wereld is de Tour de France met al zijn geschetter toch het enige wat de maand juli de moeite waard maakt,’ noteerde later Antoine Blondin.
Onheil boven de Tour, diepe duisternis ín de Tour: alleen twee wereldoorlogen konden hem enige tijd stoppen. Negenennegentig keer heeft de Tour Parijs gehaald, dit jaar wacht de honderdste. Een Tour biedt alles wat een scenarist níét kan bedenken: grote surprises, niet ingeloste verwachtingen, huiveringwekkende valpartijen, magistrale supersprints, en zoeken en gissen naar de werkelijke verhoudingen. Bij NOS, VRT of Eurosport, via Radio Tour, in de kranten, of massaal langs de kant.
Voor de tussenliggende uren is er De Muur, nummer 41, met veel historisch sentiment – Eddy Merckx, Luis Ocaña, Bernard Hinault, Greg LeMond én Napoleon Bonaparte. Maar ook een ontleding van de Nieuwe Wielrenner, Chris Froome. Én een boeiend gesprek met Koen de Kort.
Met de Tour kun je stoppen, maar ermee ophouden nooit. Want: de Tour is de Tour. Nadere aanduiding overbodig. Bijna alles wat in de eerste drie juliweken gebeurt, valt erbij in het niet. De Tour blaast zijn eigen gebeurtenissen op tot megalomane proporties, brengt een uiterste vorm van aandacht, vreugde en feestelijkheid. De Tour de France is een zinderende sensatie voor alle zintuigen. De Tour de France is veel meer dan het grootste wielerevenement op aarde, de Tour is het circus dat voorbij trekt aan miljoenen in honderden steden en dorpen, elk jaar weer.
‘Het is het zomerfeest van ons allen, het feest van een heel land,’ schreef Louis Aragon in 1947. ‘In het woelen van de wereld is de Tour de France met al zijn geschetter toch het enige wat de maand juli de moeite waard maakt,’ noteerde later Antoine Blondin.
Onheil boven de Tour, diepe duisternis ín de Tour: alleen twee wereldoorlogen konden hem enige tijd stoppen. Negenennegentig keer heeft de Tour Parijs gehaald, dit jaar wacht de honderdste. Een Tour biedt alles wat een scenarist níét kan bedenken: grote surprises, niet ingeloste verwachtingen, huiveringwekkende valpartijen, magistrale supersprints, en zoeken en gissen naar de werkelijke verhoudingen. Bij NOS, VRT of Eurosport, via Radio Tour, in de kranten, of massaal langs de kant.
Voor de tussenliggende uren is er De Muur, nummer 41, met veel historisch sentiment – Eddy Merckx, Luis Ocaña, Bernard Hinault, Greg LeMond én Napoleon Bonaparte. Maar ook een ontleding van de Nieuwe Wielrenner, Chris Froome. Én een boeiend gesprek met Koen de Kort.
Auteur | | |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Sport & Outdoor |