Spookpijnen
De Antwerpse kunstenaar Gust Gils (1924-2002) bekleedt een unieke positie in de naoorlogse Vlaamse literatuur. In een periode van bijna vijftig jaar, vanaf zijn debuut Partituur voor vlinderbloemigen (1953) tot de zelfbloemlezing 'Mijn plichtvergeten werk. Retrospektieve keuze' (1994) heeft Gils vierentwintig dichtbundels gepubliceerd. Ruim een decennium na het overlijden van de dichter verschijnt Spookpijnen - Gedichten 1993-1999, in een commerciële tekstkritische uitgave onder redactie van Els van Damme en Yves T'Sjoen.
Hoewel Gils een veelzijdig kunstenaar is - in een vroege fase muzikant met 'verbosonische experimenten', schilder, beeldhouwer en toneelschrijver - was hij toch in de eerste plaats schrijver en dichter. In zijn werk tast hij de mogelijkheden en de grenzen van de taal af. De gedichten in Spookpijnen laten een ironisch commentator zien, die de draak steekt met zelfgenoegzaamheid en met de clichés waarmee we onze comfortzone afbakenen.
Door taalregisters te mengen en conventionele codes te kraken, door ze met elkaar te confronteren en in een ironisch en sarcastisch perspectief te plaatsen, genereert Gils de meest uiteenlopende absurdistische taferelen. In de wijze waarop Gils redeneringen laat ontsporen, schuilt meer zeggingskracht en een persoonlijke visie dan in een courante mededelende zin. Gils geeft zijn twijfels, een eigengereide visie op de onkenbaarheid van de wereld, op een geheel eigen(zinnige) manier vorm. Zo stelt hij de fata morgana van een vastomlijnde identiteit aan de orde. Het ik is niets méér dan een intrigerend vraagteken waarover we vaak te zelfbewust doen.
De mens is een vreemde voor zichzelf die meestal ten ondergaat aan systeemdwang en logische redeneringen.
Gils' personages lijken te dolen in een wereld zonder conventies of beleefdheidsnormen. Ze zoeken voor zichzelf een wankel evenwicht in een labyrintische ruimte. Maar eigenlijk bericht de schrijver over ons allen, over de wijze waarop wij in de wereld staan. De ontmaskeringen zijn ontnuchteringen en confrontaties met onze weinig avontuurlijke werkelijkheidsvisie.
Een onderdompeling in Gils' proza en poëzie leidt tot een onbehaaglijke maar noodzakelijke ervaring die de mens steeds weer met zijn beperkingen confronteert.
De auteur slaagt daar telkens in door met een minimum aan transparante en eigenwijs gespelde woorden een maximum aan betekenis te creëren.
Hoewel Gils een veelzijdig kunstenaar is - in een vroege fase muzikant met 'verbosonische experimenten', schilder, beeldhouwer en toneelschrijver - was hij toch in de eerste plaats schrijver en dichter. In zijn werk tast hij de mogelijkheden en de grenzen van de taal af. De gedichten in Spookpijnen laten een ironisch commentator zien, die de draak steekt met zelfgenoegzaamheid en met de clichés waarmee we onze comfortzone afbakenen.
Door taalregisters te mengen en conventionele codes te kraken, door ze met elkaar te confronteren en in een ironisch en sarcastisch perspectief te plaatsen, genereert Gils de meest uiteenlopende absurdistische taferelen. In de wijze waarop Gils redeneringen laat ontsporen, schuilt meer zeggingskracht en een persoonlijke visie dan in een courante mededelende zin. Gils geeft zijn twijfels, een eigengereide visie op de onkenbaarheid van de wereld, op een geheel eigen(zinnige) manier vorm. Zo stelt hij de fata morgana van een vastomlijnde identiteit aan de orde. Het ik is niets méér dan een intrigerend vraagteken waarover we vaak te zelfbewust doen.
De mens is een vreemde voor zichzelf die meestal ten ondergaat aan systeemdwang en logische redeneringen.
Gils' personages lijken te dolen in een wereld zonder conventies of beleefdheidsnormen. Ze zoeken voor zichzelf een wankel evenwicht in een labyrintische ruimte. Maar eigenlijk bericht de schrijver over ons allen, over de wijze waarop wij in de wereld staan. De ontmaskeringen zijn ontnuchteringen en confrontaties met onze weinig avontuurlijke werkelijkheidsvisie.
Een onderdompeling in Gils' proza en poëzie leidt tot een onbehaaglijke maar noodzakelijke ervaring die de mens steeds weer met zijn beperkingen confronteert.
De auteur slaagt daar telkens in door met een minimum aan transparante en eigenwijs gespelde woorden een maximum aan betekenis te creëren.
Auteur | | Gust Gils |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Poëzie, Bloemlezingen & Letterkunde |