In dit boek lopen twee verhalen door elkaar. Het eerste verhaal gaat over Werkverschaffingsprojecten. Hendrik werd werkloos en werd tewerkgesteld in Utrecht en Maarssen. Diverse projecten komen terloops ter sprake. Stadion De Goffert Nijmegen; Mereveld Bunnik; Ockenburg Den Haag; waterschappen Friesland; Leekstermeer Drenthe en in Groningen landaanwinning bij de wadden. Aangrijpende verhalen lopen als een rode draad door dit boek. Projecten werden gecoördineerd door de Heidemaatschappij. Het werd voor hen een zwarte bladzijde in hun historie. Veel opzichters (stoklopers) voerden vaak een schrikbewind. Stakingen en opstanden waren het resultaat. Men verschuilde zich achter het feit, dat men opdracht had gekregen van het ministerie van Sociale Zaken. Het tweede verhaal gaat over de opkomst van de NSB. In 1936 behaalde de NSB vier zetels in de Tweede Kamer. In 1938 verloor de NSB desastreus. Dit boek is overladen met boeiende dialogen tussen voor- en tegenstanders van de NSB binnen de groep van Hendrik van Emmerik. Zijn groep nam het in het bijzonder op voor Levie Polak, een Joodse man. Nederland was in die periode heilig overtuigd, dat zij ook dit keer neutraal zou blijven.