De eenheid van 1 God
Op de diverse kerkelijke concilies in de vierde eeuw werd getuigenis van onze God in mistige formuleringen gevangen.
Kerkvader Augustines schreef in de vijfde eeuw zijn boek ‘De Drie-eenheid Gods’. Ruim 1600 jaar later is het leerstuk van de drie-eenheid nog één van de belangrijkste pijlers van de meeste kerken. De vraag is of de leer van de drie-eenheid door de Bijbel wordt ondersteund. Dit boek wil een antwoord geven op deze belangrijke vraag.
De titel van dit boek geeft met de tekst uit 1 Korinthe 8:6 het heldere Bijbelse getuigenis weer van onze hemelse Vader, die onze enige God is.
Het eerste doel van dit boek is om de Bijbel zelf te laten spreken over de identiteit van God. Daarom komt eerst het Bijbelse getuigenis in de hoofdstukken 1 t/m 4 aan de orde. Vervolgens kunt u zelf dit getuigenis vergelijken met de diverse formuleringen van het dogma van de drie-eenheid in hoofdstuk 5.
Het tweede doel is om de lezer aan te sporen zelf te onderzoeken waarom het dogma zo afwijkt van Gods Woord. Hoofdstuk 6 en 7 gaan in op het belang om zelf de Schriften grondig te onderzoeken en te kennen. In hoofdstuk 8 wordt ruim aandacht gegeven aan de Bijbeluitleg van teksten die het dogma lijken te bevestigen. Ter toetsing van het dogma worden veel teksten integraal aangehaald. Bij de woordstudie is gebruik gemaakt van de Bijbelconcordantie van Strong. Deze concordantie geeft ieder woord van de grondtekst een uniek nummer. En per nummer en per woord uit de Hebreeuwse en Griekse grondtekst wordt uitgebreid weergegeven welke betekenissen dit woord heeft. De betekenis van een woord in de grondtekst is vaak dieper en meer uitgebreid, dan in onze Nederlandse taal door één woord is weergegeven. Want de vertaler moet altijd kiezen tussen de verschillende betekenissen van een woord. En door de keuze voor één bepaalde betekenis, kan een deel van de andere betekenissen in de grondtekst verloren gaan. Of kan dit zelfs een verkeerde uitleg tot gevolg hebben.
Het derde doel is om zicht te krijgen op de wijze waarop de drie-eenheid doctrine is ontstaan en tevens om de fundamenten waarop het dogma is gebaseerd bloot te leggen. Om het ontstaan van dit dogma beter te kunnen begrijpen, is ook kennis van de wereld van het Romeinse rijk en de Roomse staatskerk nodig. Daarom wordt in hoofdstuk 9 en in Bijlage A ruim aandacht geschonken aan de kerkgeschiedenis. Uit de geschiedenis blijkt o.a. dat vanuit de heersende Griekse filosofieën en de Roomse mysteriën religie vele on-Bijbelse leringen en praktijken zijn ontstaan. De uit de moederkerk van Rome voortgekomen dochterkerken hebben veel van de Roomse doctrines, waaronder die van de drie-eenheid, overgenomen. Ook het on-Bijbelse dogma van de verering van Maria als ‘Moeder Gods’ komt aan de orde. Want dit speelt al enige jaren een belangrijke rol speelt in de oecumenische beweging (hoofdstuk 10 en Bijlage B). In hoofdstuk 11 worden de gevolgen beschreven die het dogma kan hebben voor onze aanbidding.
Het vierde doel is een oproep te doen vast te blijven houden aan het eeuwige Evangelie. Dit komt aan de orde in hoofdstuk 12.
De conclusie in hoofdstuk 13 is dat Gods Woord, zowel het Oude als het Nieuwe Testament, kristalhelder is over de identiteit van God. Hij alleen is God en er is geen God naast Hem. Als alleen Gods Woord voor alle gelovigen het hoogste gezag heeft, kan er geen verschil bestaan in de leer over de éénheid van God.
Auteur | | Jaap Noordam |
Taal | | Nederlands |
Type | | Softcover |
Categorie | | Religie, Spiritualiteit & Filosofie |