Van gêne tot schaamrood
Van gêne tot schaamrood
Achtergronden en behandeling van schaamteproblemen
Veel patiënten worstelen met kwalen die ze gênant vinden en die hun levensgeluk in de weg staan. Hun schaamte genereert gevoelens van minderwaardigheid. Chronische schaamte bedreigt het sociale zelfbeeld en heeft vaak ingrijpende psychosociale gevolgen. Het leidt tot gevoelens van eenzaamheid en maatschappelijk isolement. Mensen die zich chronisch schamen presteren onder hun niveau en hebben vaker last van depressies en relatiestoornissen. Ook de lichamelijke gezondheid kan negatief worden beïnvloed. Ziekte en schaamte zijn nauw met elkaar verweven. Omdat hulpverleners te weinig worden geraadpleegd voor schaamtevolle aandoeningen, bestaat er een verkeerd beeld van de omvang en de ernst van deze problemen. Bovendien is er nauwelijks over deze onderwerpen gepubliceerd in de medisch-wetenschappelijke literatuur. Dit heeft tot gevolg dat er vrijwel geen informatie is over begeleiding en behandeling van patiënten met schaamteproblemen. Dit boek, Van gêne tot schaamrood, biedt de zorgprofessional voor het eerst een toegankelijke en praktische leidraad bij achtergrond en behandeling van schaamteproblemen.
In Van gêne tot schaamrood worden achttien schaamteproblemen besproken die frequent voorkomen, waaronder blozen, boeren laten, kaal worden, snurken, uit de mond ruiken en tandenknarsen. Elk hoofdstuk bespreekt de achtergronden, behandeling, evidence en behandelkeuze van een schaamteprobleem. Daarnaast worden interessante passages uit andere wetenschapsgebieden besproken, zoals de biologie, culturele antropologie en geschiedenis. Ieder hoofdstuk eindigt met een treffende, waardevolle passage uit de romanliteratuur.
Van gêne tot schaamrood is bedoeld voor (huis)artsen, tandartsen, psychologen, psychiaters, fysiotherapeuten, logopedisten, diëtisten en andere zorgprofessionals die goed geïnformeerd willen zijn over de actuele achtergronden en behandelingsmogelijkheden van de besproken schaamteonderwerpen. Dit boek heeft tevens tot doel mensen te stimuleren hun schaamteproblemen met een hulpverlener te bespreken. Het openbreken van de schaamte kan de levenskwaliteit verbeteren en de toegang herstellen naar een normaal maatschappelijk bestaan.
Over de auteur
Paul van Dijk (huisarts en schrijver) publiceerde boeken en artikelen over educatieve gezondheidszorg en transculturele geneeskunde. Hij was medeauteur van drie NHG-Standaarden en zat tien jaar in de NHG-redactie Voorlichting. Hij is gastdocent aan de Universiteit van Utrecht en initiatiefnemer van de landelijk bekend geworden projecten 'Dokteren aan de Waal' en 'BommelerwaardBeweegt'.
Inhoud
1. Blozen
2. Kaal worden
3. Stotteren
4. Winden laten
5. Krabben
6. Neuspeuteren
7. Kwijlen
8. Uit je mond ruiken
9. Zweten
10. Hikken
11. Snurken
12. Bedplassen
13. Boeren laten
14. Tanden knarsen
15. Slaapwandelen
16. Nagelbijten
17. Gapen
18. Duimzuigen
Achtergronden en behandeling van schaamteproblemen
Veel patiënten worstelen met kwalen die ze gênant vinden en die hun levensgeluk in de weg staan. Hun schaamte genereert gevoelens van minderwaardigheid. Chronische schaamte bedreigt het sociale zelfbeeld en heeft vaak ingrijpende psychosociale gevolgen. Het leidt tot gevoelens van eenzaamheid en maatschappelijk isolement. Mensen die zich chronisch schamen presteren onder hun niveau en hebben vaker last van depressies en relatiestoornissen. Ook de lichamelijke gezondheid kan negatief worden beïnvloed. Ziekte en schaamte zijn nauw met elkaar verweven. Omdat hulpverleners te weinig worden geraadpleegd voor schaamtevolle aandoeningen, bestaat er een verkeerd beeld van de omvang en de ernst van deze problemen. Bovendien is er nauwelijks over deze onderwerpen gepubliceerd in de medisch-wetenschappelijke literatuur. Dit heeft tot gevolg dat er vrijwel geen informatie is over begeleiding en behandeling van patiënten met schaamteproblemen. Dit boek, Van gêne tot schaamrood, biedt de zorgprofessional voor het eerst een toegankelijke en praktische leidraad bij achtergrond en behandeling van schaamteproblemen.
In Van gêne tot schaamrood worden achttien schaamteproblemen besproken die frequent voorkomen, waaronder blozen, boeren laten, kaal worden, snurken, uit de mond ruiken en tandenknarsen. Elk hoofdstuk bespreekt de achtergronden, behandeling, evidence en behandelkeuze van een schaamteprobleem. Daarnaast worden interessante passages uit andere wetenschapsgebieden besproken, zoals de biologie, culturele antropologie en geschiedenis. Ieder hoofdstuk eindigt met een treffende, waardevolle passage uit de romanliteratuur.
Van gêne tot schaamrood is bedoeld voor (huis)artsen, tandartsen, psychologen, psychiaters, fysiotherapeuten, logopedisten, diëtisten en andere zorgprofessionals die goed geïnformeerd willen zijn over de actuele achtergronden en behandelingsmogelijkheden van de besproken schaamteonderwerpen. Dit boek heeft tevens tot doel mensen te stimuleren hun schaamteproblemen met een hulpverlener te bespreken. Het openbreken van de schaamte kan de levenskwaliteit verbeteren en de toegang herstellen naar een normaal maatschappelijk bestaan.
Over de auteur
Paul van Dijk (huisarts en schrijver) publiceerde boeken en artikelen over educatieve gezondheidszorg en transculturele geneeskunde. Hij was medeauteur van drie NHG-Standaarden en zat tien jaar in de NHG-redactie Voorlichting. Hij is gastdocent aan de Universiteit van Utrecht en initiatiefnemer van de landelijk bekend geworden projecten 'Dokteren aan de Waal' en 'BommelerwaardBeweegt'.
Inhoud
1. Blozen
2. Kaal worden
3. Stotteren
4. Winden laten
5. Krabben
6. Neuspeuteren
7. Kwijlen
8. Uit je mond ruiken
9. Zweten
10. Hikken
11. Snurken
12. Bedplassen
13. Boeren laten
14. Tanden knarsen
15. Slaapwandelen
16. Nagelbijten
17. Gapen
18. Duimzuigen
Auteur | | Paul van Dijk |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geneeskunde & Verpleging |