Gewillig België
HÉT NASLAGWERK OVER DE JODENVERVOLGING IN BELGIË
De Belgische overheden werklen gewillig mee aan de raciale politiek van de nazibezetter tegen de Joodse bevolking. Zij deden dat in het kader van een bestuurlijke samenwerking die bij wet was opgelegd, maar die zij op maximale wijze interpreteerden. Daardoor gingen de hoge ambtenaren en magistraten niet alleen in tegen de grondwet, maar tevens tegen het internationale oorlogsrecht. Ook de politie collaboreerde, maar toen het dragen van de davidster verplicht werd en de Joden in de zomer van 1942 massaal werden weggevoerd, begon de maximale samenwerking in Brussel de eerste barsten te vertonen. De echte ommekeer kwam er pas eind 1942, na de invoering van de verplichte tewerkstelling in Duitsland. Inmiddels had de Antwerpse politie wel actief deelgenomen aan de razzia"s on de Joden.
De Belgische regering in Londen reageerde, zoals de andere geallieerde landen, zo goed als uitsluitend met woorden. Ook in de late jaren dertig worstelde de overheid met een humanitair vluchtelingenbeleid. Na de bezetting bleef de bestuurlijke collaboratie ongestraft, in hoofdzaak omdat de Belgische staat niet bereid was de rol van zijn eigen overheden kritisch te onderzoeken.
Gewillig België biedt een indringende kijk op de "politiek van het minste kwaad" tijdens de bezetting en belicht de ontsporing ervan. Uit de overvloed aan tragische gebeurtenissen komt een schrijnend tekort aan democratische weerbaarheid van de leidende elite naar voren. En dit democratische debacle heeft vooral politiek-ideologische wortels, die tot in de vooroorlogse periode reiken.
EMMANUEL DEBRUYNE, FRANK SEBERECHTS, NICO WOUTERS en LIEVEN SAERENS zijn medewerkers van het gerenommeerde Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA), waarvan RUDI VAN DOORSLAER directeur is.
De Belgische overheden werklen gewillig mee aan de raciale politiek van de nazibezetter tegen de Joodse bevolking. Zij deden dat in het kader van een bestuurlijke samenwerking die bij wet was opgelegd, maar die zij op maximale wijze interpreteerden. Daardoor gingen de hoge ambtenaren en magistraten niet alleen in tegen de grondwet, maar tevens tegen het internationale oorlogsrecht. Ook de politie collaboreerde, maar toen het dragen van de davidster verplicht werd en de Joden in de zomer van 1942 massaal werden weggevoerd, begon de maximale samenwerking in Brussel de eerste barsten te vertonen. De echte ommekeer kwam er pas eind 1942, na de invoering van de verplichte tewerkstelling in Duitsland. Inmiddels had de Antwerpse politie wel actief deelgenomen aan de razzia"s on de Joden.
De Belgische regering in Londen reageerde, zoals de andere geallieerde landen, zo goed als uitsluitend met woorden. Ook in de late jaren dertig worstelde de overheid met een humanitair vluchtelingenbeleid. Na de bezetting bleef de bestuurlijke collaboratie ongestraft, in hoofdzaak omdat de Belgische staat niet bereid was de rol van zijn eigen overheden kritisch te onderzoeken.
Gewillig België biedt een indringende kijk op de "politiek van het minste kwaad" tijdens de bezetting en belicht de ontsporing ervan. Uit de overvloed aan tragische gebeurtenissen komt een schrijnend tekort aan democratische weerbaarheid van de leidende elite naar voren. En dit democratische debacle heeft vooral politiek-ideologische wortels, die tot in de vooroorlogse periode reiken.
EMMANUEL DEBRUYNE, FRANK SEBERECHTS, NICO WOUTERS en LIEVEN SAERENS zijn medewerkers van het gerenommeerde Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA), waarvan RUDI VAN DOORSLAER directeur is.
Auteur | | Rudi van Doorslaer |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |