H.J. Kruls
H.J. Kruls
Een politieke generaal
Beroepsofficier H.J. Kruls (1902-1975) had in mei 1940 het geluk dat hij als adjudant van de minister van Oorlog met de regering naar Engeland kon vluchten. In plaats van vijf jaar in krijgsgevangenschap – het lot van de meeste van zijn collega’s – was hij op de plaats waar de bevrijding werd voorbereid. Hij werd chef-staf van het Militair Gezag, de tijdelijke organisatie die orde en gezag moest handhaven in het vacuüm tussen de bevrijding door de geallieerden en de terugkeer van de Nederlandse regering.
Het Militair Gezag was vaak onderwerp van spot en werd smalend ook wel het ‘circus-Kruls’ genoemd. Maar Kruls, inmiddels generaal, deed zijn werk uitstekend; de bevrijding in Nederland verliep dankzij het Militair Gezag rustiger en ordelijker dan bijvoorbeeld in België en Frankrijk.
Na de bevrijding werd Kruls chef-staf van de Generale Staf. In zeer korte tijd bouwde hij een landmacht op die meteen kon worden ingezet in Nederlands-Indië, en die daarna een rol speelde in de verdediging van West-Europa tegen de nieuwe vijand: de Sovjet-Unie. Kruls’ organisatievermogen en professionaliteit werden vooral door collega-militairen zeer hoog gewaardeerd.
In de politieke aspecten van zijn werk was Kruls minder succesvol. Hij vond dat politici, die hij als amateurs op militair gebied beschouwde, te vaak op zijn stoel gingen zitten. Met name de socialisten vertrouwde hij niet. Tegelijk vond hij dat hij als hoge militair een taak had bij het verstevigen van de band tussen de bevolking en de krijgsmacht. Kruls trad daarom vaak in de openbaarheid, met goede bedoelingen, maar veel politici vonden dat op hun beurt een ongehoorde militaire inmenging in het civiele domein. Conflicten waren het gevolg, en in januari 1951 werd Kruls gedwongen zijn functie neer te leggen.
--------------------------------------------------------------------------------
Over de auteur(s):
Dr. Jaap Hoogenboezem is als bestuurskundige verbonden aan de vakgroep Politieke Wetenschap van de Universiteit Maastricht, waar hij onderzoek doet naar politiek leiderschap. Hij publiceerde in (internationale) wetenschappelijke tijdschriften over president Roosevelt, premier Beel en minister Stikker. Hij is lid van de editorial board van het Britse tijdschrift Leadership.
Een politieke generaal
Beroepsofficier H.J. Kruls (1902-1975) had in mei 1940 het geluk dat hij als adjudant van de minister van Oorlog met de regering naar Engeland kon vluchten. In plaats van vijf jaar in krijgsgevangenschap – het lot van de meeste van zijn collega’s – was hij op de plaats waar de bevrijding werd voorbereid. Hij werd chef-staf van het Militair Gezag, de tijdelijke organisatie die orde en gezag moest handhaven in het vacuüm tussen de bevrijding door de geallieerden en de terugkeer van de Nederlandse regering.
Het Militair Gezag was vaak onderwerp van spot en werd smalend ook wel het ‘circus-Kruls’ genoemd. Maar Kruls, inmiddels generaal, deed zijn werk uitstekend; de bevrijding in Nederland verliep dankzij het Militair Gezag rustiger en ordelijker dan bijvoorbeeld in België en Frankrijk.
Na de bevrijding werd Kruls chef-staf van de Generale Staf. In zeer korte tijd bouwde hij een landmacht op die meteen kon worden ingezet in Nederlands-Indië, en die daarna een rol speelde in de verdediging van West-Europa tegen de nieuwe vijand: de Sovjet-Unie. Kruls’ organisatievermogen en professionaliteit werden vooral door collega-militairen zeer hoog gewaardeerd.
In de politieke aspecten van zijn werk was Kruls minder succesvol. Hij vond dat politici, die hij als amateurs op militair gebied beschouwde, te vaak op zijn stoel gingen zitten. Met name de socialisten vertrouwde hij niet. Tegelijk vond hij dat hij als hoge militair een taak had bij het verstevigen van de band tussen de bevolking en de krijgsmacht. Kruls trad daarom vaak in de openbaarheid, met goede bedoelingen, maar veel politici vonden dat op hun beurt een ongehoorde militaire inmenging in het civiele domein. Conflicten waren het gevolg, en in januari 1951 werd Kruls gedwongen zijn functie neer te leggen.
--------------------------------------------------------------------------------
Over de auteur(s):
Dr. Jaap Hoogenboezem is als bestuurskundige verbonden aan de vakgroep Politieke Wetenschap van de Universiteit Maastricht, waar hij onderzoek doet naar politiek leiderschap. Hij publiceerde in (internationale) wetenschappelijke tijdschriften over president Roosevelt, premier Beel en minister Stikker. Hij is lid van de editorial board van het Britse tijdschrift Leadership.
Auteur | | Jaap Hoogenboezem |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geschiedenis |