Ruim twee eeuwen geleden ontstonden in Nederland de eerste opleidingen tot wat vandaag leraar basisonderwijs heet, het begin van een niet eindigende zoektocht naar het ideale evenwicht tussen de drie traditionele componenten van de opleiding: culturele geletterdheid, pedagogisch-didactische theorievorming en praktijkvoorbereiding. Over de leerlingen van deze opleidingen, die tussen 1800 en 1970 met een verzamel-woord kwekelingen werden genoemd, gaat dit boek.

Kwekeling tussen akte en ideaal houdt mythen tegen het licht en prikt ze regelmatig door. Aan de hand van vele bronnen wordt met veel gevoel de geschiedenis van bijna twee eeuwen kwekelingenbestaan verteld - een ontbrekende schakel in de onderwijsgeschiedenis. Zo ontstaat een uniek cultuurhistorisch verhaal over een tot nu toe onzichtbare groep binnen het Nederlandse onderwijs. Het boek is een must voor studenten en opleiders van pabo's, biedt nieuwe onderwijshistorische informatie voor docenten, maar is vooral een feest van herkenning voor alle Nederlandse oud-kwekelingen.