Miriam en haar tweelingzus Josje hebben een ingewikkelde relatie. Josje is vlot, slank, weet altijd alles beter en gebruikt haar zus als voetveeg. Miriam vindt zichzelf nauwelijks de moeite waard en worstelt met haar zelfbeeld. Ze heeft verdriet van de manier waarop Josje met haar omgaat, maar ze durft ook geen tegengas te geven. Beide vrouwen zijn gevormd door hun verleden en lopen daarin vast. Totdat op een dag Rivka verschijnt, een hoogbejaarde vrouw die bijna letterlijk uit de hemel komt vallen. Miriam en Rivka raken bevriend en Rivka laat Miriam ontdekken hoe kostbaar en geliefd ze is. Wanneer blijkt dat Josje een afschuwelijk geheim met zich meedraagt, is het tijd voor Miriam om uit haar schulp te kruipen. Anne Norvan (1959) schreef eerder de semi-autobiografie ‘De reden dat ik zing’.