Erik schrijft: ‘Voorwiel is kapot en het zadel klopt niet met een gewone fiets. Hij rijdt niet, we moesten hem met zijn tweeën duwen. Gevonden bij een elektriciteitshuisje’. Daarna zet hij zijn naam en adres onderop het briefje. ‘Klaar’, zegt hij. ‘Hè? Oh ja, prima jongens’, zegt de politieman. ‘We trekken het na. Gestolen, neem dat maar aan.' Erik en Koen vervelen zich. Dan vinden ze in de struiken een oude fiets. Ze nemen hem mee naar huis om hem op te knappen, maar hopen dat niemand hem komt opeisen. Ze willen er namelijk een superfiets van maken.

Recensie(s)

Met vaart geschreven

Het is vakantie en Erik en Koen vervelen zich. Dan vinden ze in de struiken een oude fiets met een groot en een klein wiel. Van Eriks vader moeten ze de fiets bij de politie aangeven. Ze knappen hem op en hopen dat niemand hem komt opeisen. Samen maken ze er een superfiets van. Het boek is opgebouwd uit 23 hoofdstukken en verlevendigd met een aantal zwart-witillustraties die soms wat aan de donkere kant zijn. Ze passen wel bij de sfeer van het verhaal. Het verhaal is met vaart geschreven: veel korte zinnen en dialogen. De situaties zijn herkenbaar en kinderen kunnen zich goed in de twee hoofdpersonen verplaatsen. Het verhaal eindigt wat abrupt en de titel dekt niet geheel de lading. Op de uitnodigende omslag zitten de twee hoofdpersonen op de gevonden fiets. Voor kinderen vanaf ca. 8 jaar.

Recensie NBD/Biblion door Stefan Rovers.