Sint Eensgelee
Louise de Vilmorin (1902-1969) schreef een eigenzinnig, poëtisch oeuvre. Begin jaren dertig zette haar vriend André Malraux haar aan tot schrijven: ‘Hou op met aquarelleren, ga schrijven. Vertel me een verhaal!’ Ze nam zijn advies ter harte en haar eersteling, ‘Sainte-Unefois’ (Sint Eensgelee), verscheen in 1934. Het is een poëtisch, inventief surrealistisch werk; het lijkt op een roman, maar ook op een uitgesponnen poème en prose. Het is ongrijpbaar, sprankelend als de belletjes in een glas champagne. Maar tegelijk schrijnend en melancholiek. ‘Dit boek is niet gewoon verschenen, het was een verschijning!’ schreef Cocteau enthousiast; hij is een zielsverwant en blijft een levenslange vriend. Max Jacob noemde het ‘du jus d’orange pressé par les anges’. In Sint Eensgelee wil de jonge Gratia van Sint Eensgelee vooral bemind en behaagd worden, maar ze krijgt het benauwd als de liefde te dichtbij komt. De man op wie ze verliefd wordt houdt daarom steeds afstand uit angst haar te verliezen. Rondom dit ballet van aantrekken en afstoten borrelen de prachtigste beelden en narratieve uitstapjes op.
Auteur | | Louise De Vilmorin |
Taal | | Nederlands |
Type | | Onbekende bindwijze |
Categorie | | Literatuur & Romans |