De doopsgezinde fabrikeurs waren tot de nieuwe, op export naar Ned.Indië gerichte initiatieven van de Nederlandsche Handel-Maatschappij rond 1830 veruit de belangrijkste textielondernemers van Twente. Over hun economische activiteiten is veel geschreven. Minder aandacht is geschonken aan de samenstelling van het familienetwerk. In leven en werken van de fabrikeurs namen hun familie en de andere fabrikeursfamilies een centrale plaats in. Hoe die families en hun onderlinge relaties in elkaar zaten is tot nu toe slechts in beperkte mate uitgezocht. Er zijn genealogieën gepubliceerd van de families Blijdenstein, Ten Cate, Hofkes, Hulshoff (Pol), Nieuwenhuis, Paschen, Waliën, Warnaars en Willink. In dit boek worden daar op grond van diverse bronnen min of meer uitputtende genealogieën aan toegevoegd van de Almelose families Bavink en Coster, en de Enschedese families Hoedemaker, Van Lochem, Naber en Stenvers.

Van dr.Bastiaan Willink verscheen in 1998 De Tweede Gouden Eeuw. Nederland en de Nobelprijzen voor natuurwetenschappen 1870-1940. Sindsdien wijdt hij zich aan de geschiedenis van de Oost-Nederlandse textielindustrie en publiceerde hij onder meer in 2006 Heren van de stoom. De Willinks, Winterswijk en het Twents-Gelders industrieel patriciaat 1680-1980 en in 2008 De grillige lotgevallen van een stoompionier. De Almelose familie Hofkes en haar firma’s 1750-1989.