Als een bezetene, maar dan veel lieflijker

Als een bezetene, maar dan veel lieflijker

'Sinds enkele maanden heb ik het genoegen aan een essay te werken, dat handelt over Uw poëzie. Het is een boeiende en aangename taak, die ik mij aldus heb opgelegd'. Zo richt de dan 33-jarige Vlaamse auteur Adriaan De Roover zich op 3 mei 1956 tot het fenomeen Pierre Kemp - de kleurrijke 'man in het zwart', die met zijn ontelbare gedichten sinds het eind van de jaren twintig een unieke bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw. Uitgerekend in 1956 zal Pierre Kemp zeventig jaar worden en de Constantijn Huygensprijs ontvangen. Drie jaar later volgt de bekroning met de P.C. Hooftprijs. Met De Roovers brief begint een correspondentie, die zal duren tot 15 januari 1962. Het essay is dan nog niet geschreven. Het zal er ook niet komen, althans niet in de beoogde vorm. Intussen is er wel een verzameling brieven, die niet minder dan een goudmin vormen. De Roover blijkt een liefdevolle, zorgvuldige en inventieve lezer en vraagt de oude dichter de kleren van het lijf. De lectuur van deze correspondentie, die in dit boek door Wiel Kusters integraal wordt uitgegeven, leidt niet alleen tot een dieper inzicht in de zo bijzondere aard van Kemps dichterschap, maar is ook ontroerende ervaring.

Auteur | Pierre Kemp
Taal | Nederlands
Type | Paperback
Categorie | Biografieën & Waargebeurd

Kijk verder

Boekomslag voor ISBN: 9789021472218
Boekomslag voor ISBN: 9789021471600
Boekomslag voor ISBN: 9789021471938
Boekomslag voor ISBN: 9789059367975
Boekomslag voor ISBN: 9789021410401


Boekn ©