Laia
Laia, verschenen in 1932, is het tableau van een vissersdorp aan de Middellandse Zee, 'somber, zwart en bitter, zoals alles wat uit mijn brein komt,' in de woorden van de auteur. De spil van het verhaal is Laia, een even ondoorgrondelijk als onbegrepen wezen, in zichzelf gekeerd, tegelijkertijd slachtoffer en beul, bedriegster en bedrogene, geefster van leven en draagster van de dood. Zij is de bezieling van het tragische karakter van het bestaan en krijgt door de sobere expressie waarmee ze wordt neergezet de dimensies van een mythologische figuur.
Het verhaal speelt zich af in Sinera (anagram van Arenys, twintig km ten noorden van Barcelona, het Macondo van Espriu), maar het had net zo goed Griekenland, Tunesië of de Provençaalse kust kunnen zijn. Beschouwd vanuit de elementaire hartstochten is de Mare Nostrum één pot nat. De Middellandse Zee is een droeve zee - droef wanneer de zuidenwind hem verandert in de mistige zee van de Ouden of de mistral er een onvergelijkelijke schitter aan verleent. Droef vanwege de schijn: mooi maar arm, bekoorlijk onder de zon maar gevaarlijk als het weer omslaat. Het is de zee van de onderbroken droom, van de dolzinnigheid in mineur. Aan haar oever is Laia geboren, mager, schuw, gevoed met sleedoorn en wind, prikkelend, ongrijpbaar. Op Laia drukt heel het gewicht van het labyrinth - dat verstikt en maar één uitgang heeft: de dood, de vergetelheid.
Deze uitgave van Laia bevat tevens enkele gedichten en korte verhalen van Salvador Espriu, die alle zijn verbonden met de hoofdtekst. Ook is een nawoord van de bekende Catalaanse auteur Josep Pla opgenomen.
Auteur | | / Costafreda Espriu |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Literatuur & Romans |