Tussen 1470 en 1570 traden ingrijpende veranderingen op in de Hollandse graanhandel, onder meer als gevolg van de langdurige en sterke stijging van de graanprijzen. In dit boek staat de vraag centraal, welke verschuivingen precies optraden en wat dit betekende voor de positie van Amsterdam als centrale stapelmarkt. De auteur laat zien dat er een zekere strijd ontstond om de sterk expanderende handel in Baltische en andere oosterse granen, waarbij Antwerpen en de andere Scheldehavens aan het kortste eind trokken. De graanhandel concentreerde zich rond 1540-1550 in Amsterdam. Deze studie pleit er daarom voor veel belang te hechten aan de continuïteit in de ontwikkeling van Amsterdam als handelsstad. In de voorgeschiedenis van de zeventiende-eeuwse wereldstapelmarkt is niet alleen de Nederlandse Opstand met de val van Antwerpen en de afsluiting van de Schelde in 1585 belangrijk, maar speelt ook de graanhandel een grote rol.