Van “We shall overcome” tot “The soldiers song” beschrijft de opkomst en ontwikkeling van de katholieke burgerrechtenbeweging in Noord-Ierland gedurende de jaren zestig van de twintigste eeuw. Nadat de door de regering beloofde hervormingen uitbleven, vond de katholieke groepering haar inspiratiebron en leidraad in het verzet van de Amerikaanse zwarte minderheid tegen de bestaande orde. Tussen burgerrechtenorganisaties in Noord-Ierland en de Verenigde Staten werden nauwe banden gesmeed. Aan bod komen tevens de omstandigheden van het ontstaan van de beweging, haar activiteiten, betogingen en hervormingen, en de gevolgen daarvan voor het Noord-Ierse conflict. Centraal daarbij staat de vraag hoe vreedzame betogingen voor volledige burgerrechten voor de katholieken hebben kunnen uitlopen op een nieuwe periode van geweld. Desondanks kan geconcludeerd worden dat de katholieken in hun korte periode van burgerrechtendemonstraties meer bereikt hebben dan in een halve eeuw van parlementaire oppositie.