UITGAVE uit 1988

Wat is dyslexie precies? Hoe wordt het veroorzaakt? Bij wie komt het voor? Wat is er aan te doen? Over deze vragen buigen wetenschappers (neurologen, orthopedagogen, psycholinguïsten) zich al jaren. Er zijn vele theorieën ontwikkeld, maar de meningen blijven verdeeld, terwijl intussen de term dyslexie een eigen leven is gaan leiden.
De schrijfsters van Dyslexie, ook maar een woord hebben jarenlang ervaring in het alfabetiseringswerk van Nederlandstalige volwassenen en organiseren postacademische nascholing op dit gebied. Ze hebben dagelijks te maken met volwassenen met lees- en schrijfproblemen, ook met mensen die ooit als dyslectisch zijn betiteld. De taalproblemen van hun cursisten - die analfabeten worden genoemd - en die van dyslectici zijn precies dezelfde. In dit boek nemen de schrijfsters de gangbare theorieën over dyslexie kritisch onder de loep. Ze stellen hun visie op lees- en schrijfproblemen vanuit de alfabetiseringspraktijk daar tegenover. Hun vertrekpunt is de complexiteit van lees- en schrijfprocessen. Lezen en schrijven zijn taalvaardigheden die niet geïsoleerd mogen worden van de maatschappelijke positie die taalgebruikers innemen. Dyslexie is voor de schrijfsters dan ook niet meer dan een woord, dat letterlijk ’verstoord lezen’ betekent.
Dit boek levert een nieuwe bijdrage aan de discussie over dyslexie. Actueel voor ouders, leerkrachten en wetenschappers die betrokken zijn bij kinderen en volwassenen met lees- en schrijfproblemen.