In de loop van de zeventiende eeuw veranderden het natuurbeeld en de interpretatie van natuurverschijnselen. Die veranderingen speelden zich op verschillende niveaus af; het natuurbeeld was zowel een kwestie van mentaliteit als van geleerde speculatie. Terwijl geleerden abstractfilosofische pogingen deden de natuur in haar totaliteit te begrijpen, en stelling namen vóór of tégen Descartes' nieuwe natuurfilosofie, moest ook de eenvoudige burger zijn houding tegenover de natuur om hem heen bepalen.