In het Westen menen we al snel dat 'wij' het Oosten ontdekt hebben. Immers, Marco Polo ontdekte China, zo leren we op school. Maar uit een dertiende-eeuws manuscript, in 1887 ontdekt en thans bewaard in de British Library, blijkt dat in dezelfde tijd dat Marco Polo zijn schreden naar het oosten richtte, omgekeerd een monnik vanuit Beijing op weg ging naar het westen. Deze monnik, Rabban Sauma, bezocht tijdens deze ruim tien jaar durende tocht steden als Kashgar (West-China), Bagdad (Irak) en uiteindelijk zelfs Rome, Parijs en Bordeaux.
Mongolië- en Chinakenner Tjalling Halbertsma besloot de in vergetelheid geraakte tocht van Rabban Sauma nog eens over te doen. Dit boek beschrijft als gevolg van de oorlog in Irak slechts het eerste deel van deze tocht, tot aan Kashgar - niettemin al een afstand van zesduizend kilometer! Tijdens zijn verbijsterende ontdekkingsreis worden zowel de tegenstellingen als de overeenkomsten tussen het oude Oosten en het nieuwe China pijnlijk duidelijk. Hoewel Halbertsma comfortabeler reist dan zijn voorganger, zijn er nog steeds vele hindernissen voor de westgaande reiziger. Net als Rabban Sauma stuit de auteur op oorlog, politieke verwikkelingen en tegenslagen, en een stoet van intrigerende personen passeert de revue.