Het leven van een leerling in een van de vele gilden was in de 15e eeuw niet makkelijk: hij moest genoegen nemen met een eenvoudige slapplaats in het huis van zijn meester, de werkdagen waren lang en vermoeiend en alleen op zondag had de leerling vrij. Zo vergaat het ook Dickon, die oorspronkelijk uit een gruttersfamilie stamt, maar als leerling in het lakenkopersgilde wordt opgenomen, op voorspraak van zijn peetoom Dick Whittington, die al driemaal burgemeester van Londen is geweest. Dickon moet bewijzen dat hij een echte leerling is en een proeve van moed afleggen om door zijn medeleerlingen geaccepteerd te worden. Nooit had Dickon kunnen denken dat zijn proef in verband stond met de onrust en de samenzwering in Londen, tegen koning Hendrik V. Welke rol de herberg De Groene Valk daarbij speelt blijft Dickon en zijn peetoom aanvankelijk onduidelijk, evenals de rol van de alchemist, die Dickons broer Adam helpt een panacee, een wondermiddel te bereiden. Daarvoor moet dan wel een bijzon