'Nee,' zei Julianne en ze kleedde zich aan. 'Ik doe het niet meer. Ik heb je zien huilen en nu doe ik het niet meer.' Ze legde haar sok en haar schoen om haar voet. Ze liep de hal door. Ze zeilde langs het gangtafeltje met foto's-van-het-kind. Ze riep: 'Dag,' en ze ging. Toen ze de deur van het herenhuis achter zich in het slot trok met haarfietssleutel al in haar hand was het opeens december, en koud, en al donker. Dat was ze helemaal vergeten.

In Pancake wordt het verhaal verteld van twee zusjes, Julianne en Zaila. Ze verschillen in alles behalve in hun tegendraadsheid, waardoor hun verhouding soms perfect harmonieus is, en soms totaal onmogelijk.