Door de geschiedenis heen krijgen de stedelijke ruimtelijke voorzieningen telkens op een andere wijze hun plaats toegewezen in het stadsplan.
De auteurs hebben in dit boek het instrumentarium uitgewerkt waarmee de ordening van voorzieningen en objekten in het stadsplan kan worden blootgelegd en beschreven. Ze passen dit instrumentarium toe op Amsterdam. In tekst en tekeningen wordt ingegaan op de te onderscheiden morfologiese eenheden, zoals de binnenstad, de zeventiende-eeuwse grachtengordel, de spekulatiewijken, enzovoorts. Naast een verklaring van de ruimtelijke opbouw van Amsterdam levert dit boek een bijdrage tot een inhoudelijke heroriëntatie, in opleiding en vakuitoefening, van architektuur en stedebouw.