Op 6 september 1544, ruim 450 jaar geleden, kwam de toen elf-jarige Willem van Oranje uit Duitsland naar de Nederlanden. Dit feit is het begin van een band, gelegd tussen het vorstenhuis van Oranje-Nassau en het Nederlandse volk, die tot op de dag van vandaag niet is verbroken. In dit boek wordt het portret getekend van Willem van Oranje. Historici zijn tot nogal tegenstrijdige beoordelingen van zijn persoonlijkheid gekomen. De schrijver tracht zijn beeld te vormen aan de hand van getuigenissen over hem van tijdgenoten, vooral van die uit zijn naaste omgeving. Bovenal wordt de prins van Oranje zelf aan het woord gelaten, vanuit zijn eigen brieven en verantwoordingen. Het beeld wordt geschetst tegen de achtergrond van de zeer dramatische gebeurtenissen van een uitermate tumultueuze tijd, waarin de prins van Oranje zo vaak een dominerende rol speelt. In zijn betrokkenheid bij de beschreven voorvallen treden een innemend karakter, een ongewone onbaatzuchtigheid, een taaie volharding en een bijzonder Godsvertrouwen helder aan de dag. Het boek is rijk geïllustreerd met een reeks van oude gravures en een groot aantal fraaie pentekeningen van J.H. Isings.